Mieren

Zandgrond
Tuinmieren komen voor in diverse soorten. Hun nesten vindt u in zandgrond en, gelukkig, meestal buitenshuis onder straattegels, maar ook onder bijvoorbeeld omgekeerde bloempotten. Een enkele keer komt zo’n nest ook binnenshuis voor, bijvoorbeeld als er bovenop is gebouwd. Sommige soorten nestelen ook in oud, rottend hout. In de wintermaanden houdt de kolonie zich meestal tamelijk rustig, maar zodra het voorjaar begint, zie je ze weer verschijnen. Ze zijn altijd op zoek naar voedsel, het liefst suikerhoudende producten. Buiten verzamelen ze honingdauw, het afscheiding product van bladluizen en eten ze soms ook kleine insecten. Binnen snuffelen ze graag in afvalemmers en speuren ze naar zoete voedingsmiddelen die ze overal weten te vinden.

Rangen en standen
Mieren kennen rangen en standen. De gevleugelde koninginnen leggen de eieren. De werksters zijn onvruchtbare vrouwelijke exemplaren. Zij bouwen het nest uit, beschermen het en verzorgen de larven. Zij zoeken naar voedsel, tot ver in onze huizen. Mannetjes zijn er alleen gedurende een bepaalde tijd van het jaar. Zij hebben ook vleugels en bevruchten de koninginnen hoog in de lucht. Daarna sterven ze.